Kunstgebit

Wanneer bij de tandartstarieven gesproken wordt over een kunstgebit dan kunnen verschillende uitneembare protheses bedoeld worden:

  • Een volledig kunstgebit;
  • Een gedeeltelijk kunstgebit, ook wel plaatprothese genoemd;
  • Een frame kunstgebit.

Een volledig kunstgebit of volledige prothese vervangt alle natuurlijke tanden en kiezen wanneer deze verloren zijn gegaan. De kaak is dan in principe helemaal tandeloos (edentaat). Er bestaan ook gedeeltelijke kunstgebitten zoals plaatprotheses en frameprotheses.

een volledig kunstgebit

Een kunstgebit ligt los op de kaak. Door het speeksellaagje tussen het tandvlees en het kunststof zuigt (retentie) het kunstgebit zich toch vast in de mond. Boven vaak beter dan onder.

Soms zijn er nog wortels in de kaak die als een soort van pijlers onder het kunstgebit dienen en steun en houvast geven. Het kunstgebit wordt dan een overkappingsprothese genoemd. Als de pijlers van de overkappingsprothese implantaten zijn dan wordt het ook wel een klikgebit of een implantaatgedragen overkappingsprothese genoemd. De prothese wordt dan op drukknoppen of een staafje (steg) geklikt.

Om een (nieuw) kunstgebit te maken heeft de tandarts of tandprotheticus verschillende afspraken nodig. De behandeling zal over het algemeen enkele weken tot maanden in beslag nemen. Soms is het ook mogelijk om direct na het trekken van de (laatste) tanden en kiezen het kunstgebit al te plaatsen. Dit wordt een immediaat prothese genoemd.

De eerste afdruk

Het begint met een afdruk met behulp van standaardlepels (confectie) en een afdrukmateriaal (alginaat). Van deze afdruk wordt in het tandtechnisch laboratorium een gipsmodel gemaakt waarop van kunststof een een individuele lepel wordt vervaardigd.

De tweede afdruk

Met deze individuele lepel, die op maat is gemaakt voor de mond van de patiƫnt, kan een precisie afdruk worden genomen. De individuele lepel kan worden voorzien van een randopbouw. Dit is een laagje harde was of stevig afdrukmateriaal die de randen afvormt en de spieraanhechtingen aangeeft. Bij het maken van een volledig kunstgebit wordt een randopbouw als toeslag met code P14 in rekening gebracht.

Precisie afdruk voor een kunstgebit met randopbouw

Beetregistratie

Van de individuele afdruk worden door de tandtechnicus weer nieuwe gipsmodellen gemaakt waarop een set beetplaten gemaakt wordt. Deze beetplaten hebben waswallen. De beetplaten worden gebruikt om de relatie tussen uw onder en bovenkaak te registeren en tevens om te bepalen waar uiteindelijk de tanden en kiezen komen te staan. De kleur en vorm van de tanden worden vaak ook op dit moment bepaald. Soms wordt er ook nog een bijzondere beetregistratie uitgevoerd, de zogenaamde pijlpuntregistratie.

Passen in was

Met de gegevens die in de vorige stap zijn verzameld gaat de tandtechnicus aan de gang om een was pasprothese voor u te maken. In deze fase wordt er gecontroleerd of de beetregistratie klopt en of de uitgezochte tanden en vormgeving passen bij het uiterlijk. Doordat de tanden en kiezen nog in zachte was staan kunnen wijzigingen makkelijk doorgevoerd worden.

Als alles naar tevredenheid is dan gaat de pasprothese nog terug naar de tandtechnicus die de prothese omzet naar kunststof en glad afwerkt. In de volgende zitting kan de prothese geplaatst worden. De pasfase kan indien nodig meerdere malen worden herhaald tot het gewenste resultaat is behaald. Omdat de voortanden een belangrijke factor zijn voor de esthetiek is het ook mogelijk de voortanden in een extra zitting voorafgaand aan de beetregistratie op te laten stellen (P37).

De belangrijke stappen bij het maken van een kunstgebit