Opbeetplaat (spalk)

Een opbeetplaat (ook wel stabilisatie opbeetplaat, of soms spalk of splint genoemd) is een plaatje gemaakt van kunsthars dat over de tanden en kiezen past en in en uit gedaan kan worden. Opbeetplaten worden veel gebruikt bij de behandeling van pijnlijke kauwspieren, knakkende kaakgewrichten en ter voorkoming van gebitsslijtage. Een opbeetplaat kan zowel in de onderkaak of de bovenkaak gedragen worden, maar nooit in twee kaken tegelijkertijd.

De opbeetplaat helpt om de overbelasting van tanden, kiezen - en kauwspieren, te verminderen, verkeerde gewoonten (bijv. kaakklemmen, nagelbijten) beter te leren herkennen en de tanden en kiezen te beschermen tegen slijtage. Meestal wordt de opbeetplaat voornamelijk 's nachts gedragen, maar een aantal uren overdag kan ook.

In het kader van de behandendeling van pijn en beweegstoornissen in het aangezicht en kaak- en kauwstelsel (Orofaciale Pijn en Disfunctie) wordt gebruik gemaakt een stabilisatie opbeetplaat (G62). Als de plaat alleen bedoeld is voor de bescherming van de tanden en kiezen of kroon- en brugwerk dan wordt gebruik gemaakt van een beetbeschermingsplaat (G69).

Algemene procedure maken van een opbeetplaat:

De tandarts maakt afdrukken van de onder- en bovenkaak en een wasbeet registratie. Tegenwoordig wordt een een opbeetplaat ook steeds vaker met een digitale mondscan gemaakt.

Het maken van de opbeetplaat gebeurt bij een tandtechnisch laboratorium omdat de pasvorm heel belangrijk is en omdat de kunsthars voldoende sterk moet zijn (sterker dan plaatjes die bij de drogist of online te verkrijgen zijn). De (gips)modellen van de tanden en kiezen kunnen ook worden gebruikt om later de voortgang van gebitsslijtage mee te beoordelen.

Soms kan een opbeetplaat pas goed worden gemaakt als eerst één of enkele kiezen (met de boor) worden gecorrigeerd: in de voorgaande jaren zijn deze verschoven of uitgegroeid als gevolg van ontbrekende kiezen elders in de mond. Dit wordt correctief beslijpen genoemd.

Opbeetplaat