Implantaat (tandimplantaat)

Een (tand)implantaat is een titanium schroefje dat in het kaakbot wordt geplaatst. Een goede oplossing als één of meerdere tanden en kiezen ontbreken of niet meer te behouden zijn.

Een implantaat neemt als kunstwortel dan de functie over van de vroegere tandwortel en kan gebruikt worden als stevige basis voor kronen, bruggen of klikgebitten (overkappingsprothese).

Titanium is heel biocompatibel, dat wil zeggen dat het lichaam het niet afstoot, waardoor het bot er direct tegen aan kan groeien. Tegenwoordig worden er ook implantaten van zirconia gebruikt. Het vastgroeien van het bot aan het implantaat wordt osseointegratie genoemd. Implantaten zijn in veel soorten en verschillende lengtes en diameters verkrijgbaar.

Healing abutment (wondheler)De lengte en doorsnede van het implantaat zal gekozen worden aan de hand van de hoeveelheid beschikbaar bot, maar tevens zal de implantoloog de diameter laten afhangen van het te vervangen gebitselement. Een ondersnijtand zal met een smal implantaat vervangen moeten worden en een kies zal idealiter met een breder implantaat vervangen worden.

Mocht de breedte van de kaakwal niet voldoende zijn dan bestaan er nog mogelijkheden om deze te verbreden (botopbouw). Over het algemeen hebben de implantaten een doorsnede tussen de 3 en 6 mm en de lengtes variëren ongeveer tussen de 6 en 16 mm.

De implantologische behandeling bestaat uit een aantal fases. Elke fase kan weer uit meerdere afspraken beslaan. Allereerst zal worden begonnen met het onderzoek en bespreken van de verschillende mogelijkheden en gezamenlijk kiezen van het behandelplan, in de volgende fase kan de kaakwal worden verbreed (botopbouw) of kunnen de implantaten direct al worden geplaatst.

De implantaten worden onder plaatselijke verdoving ('normale' tandartsverdoving) in het kaakbot gezet. Het tandvlees wordt op de plek waar het implantaat komt, losgemaakt en opgeklapt, waardoor het kaakbot zichtbaar wordt. Vervolgens wordt een gaatje in het kaakbot geboord. De eerste boor, die gebruikt wordt is smal, de volgende boor is echter iets breder, dit wordt herhaald totdat het boorgat breed genoeg is om het implantaat erin te draaien. Soms wordt gelijktijdig een botopbouw uitgevoerd. Het tandvlees wordt met behulp van hechtingen weer gesloten, mochten meer implantaten worden aangebracht dan zullen deze vaak tijdens dezelfde behandeling worden ingebracht.

Animatie implantaat

Een implantaat kan na de operatie door het tandvlees heen steken, wat een 1-fase inheling wordt genoemd of volledig door het tandvlees bedekt zijn, wat een 2-fase inheling wordt genoemd. Bij een 1-fase inheling hoeft het tandvlees niet nogmaals opengemaakt te worden omdat direct een hoog 'dopje' (healing abutment) geplaatst is.

1-fase geplaatst implantaat

Bij een 2-fase inheling wordt na het maken van een klein sneetje het implantaat opgezocht en dan het healing abutment geplaatst die boven het tandvlees uitsteekt. Deze tweede operatie is vaak een kleine ingreep, welke weinig nabezwaren geeft. In de laatste fase wordt de constructie, bijv. een kroon of brug op de implantaten, gemaakt. Dit wordt de suprastructuur genoemd.

Implantaat hoektand, 2-fase inheling, verschroefde kroon. Implantoloog JW Vaartjes